Slechts drie ploegen van de laatste zestien in deze editie van de UEFA Cup hebben nog nooit een Europese hoofdprijs gewonnen. Het is dus een uitzonderlijk gezelschap dat zal strijden om op deze prijs. Nog tien landen zijn in de strijd.
De laatste zestien clubs in de UEFA Cup bestaat voor een verrassend groot deel uit de Europese voetbaladel. Maar liefst vijf clubs wonnen het toernooi al eerder en maar liefst zes anderen tenminste de EC voor bekerwinnaars.
In het gezelschap zijn ook vijf voormalige winnaar van de Europa Cup/Champions League. Maar die ploegen wonnen nooit een prijs: Bolton Wanderers, Getafe en Zenit St. Petersburg. Het is ook een geografisch gespreid gezelschap, want nog tien landen hebben tenminste een deelnemer in de strijd. Duitsland is met vier ploegen hofleverancier, Engeland heeft er een minder en Portugal heeft ook nog twee ploegen in de strijd.
De andere zeven landen (Nederland, België, Spanje, Italië, Frankrijk, Schotland en Rusland) hebben nog een vertegenwoordiger. Vijf ploegen (PSV, Benfica, Sporting, Olympique en Werder) zijn degradanten uit de Champions League. Twee clubs (Anderlecht en Rangers) verloren in de voorronde van de Champions League en een club (HSV) komt uit de Intertoto. Kortom, acht deelnemers waren rechtstreeks geplaatst voor dit toernooi op basis van het afgelopen seizoen.
Van de wedstrijden in de volgende ronde vallen een paar duels op. Bayer Leverkusen en HSV spelen tegen elkaar. Het is voor de dertiende keer dat twee clubs uit de Bundesliga elkaar treffen in een Europees duel (en voor de elfde keer in de UEFA Cup). Bayern – Anderlecht en Tottenham Hotspur – PSV zijn duels tussen voormalige winnaars van dit toernooi.
Daarbij is Bayern – Anderlecht ook een herhaling van de finale om de Europese Supercup in 1976. Toen was Rob Rensenbrink weergaloos en bezorgde hij samen met o.a. Arie Haan de Brusselaars een historische overwinning (4-1) in de return. Fiorentina – Everton en Rangers – Werder zijn allebei een confrontatie tussen oud-winnaar van de EC II.