Oranje wint na spectaculaire inhaalrace: 4-3

0

Het Nederlands elftal heeft met een 4-3-zege op Oostenrijk kennis gemaakt met het stadion waarin het in de komende zomer Europees kampioen wil worden. De ploeg deed dat na een wanstaltige eerste helft waarin het op 3-0-achterstand werd gezet.

De ploeg van Van Basten rammelde weer aan alle kanten en werd in het eerste half uur weer gekenmerkt door het aloude probleem van zelfoverschatting en laksheid. Zelfs de terugkeer van Robin van Persie kon de ploeg niet inspireren.

Heitinga werd als een klein kind aan de kant gezet door een onbekende Oostenrijker (het gezucht in Madrid was tot in Wenen te horen), Sneijder liet zich weer van zijn irritante zijde zien door te blijven mekkeren en Van der Vaart leek weer de corpulente speler van weleer, al kan dat ook komen door het foeilelijke reserveshirt, dat vooral past bij een fletse ploeg. Kortom, het was team waar de echt liefhebber niet van kan genieten en alleen een blinde chauvinist enige passie voor kan voelen.

Oostenrijk was in het eerste half uur een toonbeeld van passie en was vooral sterk in de tegenaanvallen. Soms leek de ploeg zeer Valenciaans te spelen (bal bij de tegenstander en zelf toeslaan bij de counter, een tactiek die nu ook door Ronald Koeman in ere is hersteld) en met succes. De eerste aanval was al raak, toen Ivanschitz Heitinga bij een counter aftroefde en Timmer met een diagonaal schot de baas bleef.

De achterstand in de zesde minuut had Oranje moeten doen ontwaken, maar een reactie bleef uit. Dertien minuten was het weer raak: voorstopper Prödl kopte een hoekschop van Ivanschitz in het doel. Timmer stopte mis en Mathijsen stond er weer pijnlijk verrast bij. Dat deze goal geen toeval was, bleef een kwartier later toen Prödl volgens hetzelfde recept weer scoorde. Met de 3-0 leek Van Basten een nieuw dieptepunt mee te maken. De bondscoach wekte de indruk al met zijn volgende klus bij Ajax bezig te zijn. Maar ook hij kon weten dat de kwaliteiten van zijn ploeg ook zonder passie tegen de matige tegenstander boven konden drijven.

Huntelaar scoorde binnen een minuut na de derde treffer tegen uit een hoekschop van Sneijder. Na rust zette Van Basten de gepasseerde Seedorf toch maar in (voor De Zeeuw) en ook Bouma loste Mathijsen af. Het liep vanaf dat moment beter, maar dat had ook meer te maken dat de Oostenrijkers geen puf meer hadden om voluit te gaan. Twee toevallige klutsgoals brachten Oranje op het rechte pad. Eerst scoorde Heitinga nadat Prödl over een voorzet van Van der Vaart heen trapte. Tien minuten voor het einde bezorgde de net ingevallen Vennegoor of Hesselink Oranje de gelijkmaker na een toevallige kopbal van Huntelaar.

Bij beide goals keek doelman Payer verbijsterd, want het waren toevallige goals. Oranje rook zijn kans en pakte de winst dankzij de onvermoeibare Huntelaar, die een kopbal van Vennegoor of Hesselink afrondde. Eind goed, al goed voor Oranje, dat met de winst in Wenen in ieder geval een blamage voorkwam. Maar de twijfels over de kwetsbare achterhoede blijven, want Ivanschitz is natuurlijk geen Toni of Ribery.

 

Share.

Laat een reactie achter