Duitsland heeft weer een flinke zege geboekt op een aanstaand gastland. De ploeg van Joachim Löw won met 4-0 van Zwitserland en lijkt nu toch echt een titel favoriet. Griekenland blijft verbazen want de ploeg versloeg weer Portugal (2-1).
Griekenland blijft de Europees kampioen tot deze zomer en heeft zijn titel tot de laatste snik waardig vertegenwoordigd. De ploeg van Otto Rehhagel boekte een mooie 2-1-overwinning op Portugal in de wedstrijd die een revanche voor de laatste EK-finale had moeten worden.
Karagounis was met twee treffers de held van de avond in Düsseldorf, waar het duel werd gespeeld. Hij scoorde beide treffers uit een directe vrije trap. Portugal, zonder Deco en Cristiano Ronaldo, viel aanvallend tegen en kon slechts een kwartier voor het einde tegenscoren dankzij Nuno Gomes.
Duitsland ontpopt zich steeds meer als een titelfavoriet. Vooral dankzij de wijziging in de toernooiopzet moet een plaats in de halve finale mogelijk zijn voor de ploeg van Joachim Löw. Op de 3-0-zege bij Oostenrijk volgde nu een 4-0-overwinning bij Zwitserland.
De Mannschaft speelde in Basel beduidend beter dan een maand geleden in Wenen. Klose opende halverwege de eerste helft de score, na de pauze scoorde Gomez tweemaal en maakte Podolski het Duitse feest compleet.
Voor Polen was er sprake van een deceptie, want de ploeg van Leo Beenhakker ging met 3-0 ten onder tegen Team USA. De Amerikanen dankten de afgetekende zege aan Donovan, Onyewu en Lewis. Turkije ontsnapte bij Wit-Rusland aan een nederlaag. Het werd 2-2. Kutuzov en Hleb zorgden telkens voor de Witrussische voorsprong, die te niet werd gedaan door Tuncay en Metin. Kroatië toonde enige beterschap met een gelijkspel (1-1) bij Schotland. Nico Krancjar opende de score, maar voor de Schotten maakte Miller gelijk.