PSV is voor de 21e keer kampioen van Nederland. De club uit Eindhoven boekte bij Vitesse een 1-0-zege en dat was meer dan voldoende om het tussenseizoen (waarin de club met drie hoofdtrainers werkte) met een landstitel te besluiten.
Het kampioenschap komt dus terecht bij de club die daar op basis van de prestaties in de nieuwe eeuw het meeste recht op heeft. Deze zuinige landstitel is de vierde op rij, de zesde in acht jaar en de veertiende in 23 seizoenen. De KNVB zou als eerbewijs voor deze prestaties PSV een monpolie moeten gunnen voor het spelen in een roodwit tenu in de eredivisie. Nee natuurlijk niet, maar enig respect voor PSV is natuurlijk wel terecht.
De druiven zullen ook dit jaar weer erg zuur zijn bij de concurrenten, die zich zo graag zelfs in de hoofdrol wanen. Voor de tweede maal op rij moet men toezien hoe PSV erop de de laatste speeldag, inmiddels vierde op rij, van door gaat met de landstitel. Was het afgelopen seizoen in een fantastische apotheose dankzij een doelpunt van Cocu.
Vandaag was het wederom tegen Vitesse, maar was het een duel dat het predicaat kampioenswedstrijd niet waardig was. Na een, van beide kanten, zeer matige eerste helft, was het Lazovic die op aangeven van Farfan één minuut na rust tegen zijn oude club 1-0 binnentikte. Het spel van Aad de Mos vooraf ten spijt, was Vitesse niet in staat om enige serieuze tegenstand te bieden.
PSV liep bijna geen gevaar in Arnhem, zoals het in hele seizoen nauwelijks serieus is aangepakt. De club die ons land in het buitenland het beste heeft vertegenwoordigd in de nieuwe eeuw, speelt ook volgend jaar Champions League (voor de elfde keer op rij).