APOEL Nicosia en Partizan Belgrado hebben de eerste stap gezet op weg naar de Champions League. De kampioenen van Cyprus en Servië wonnen hun eerste duel in de voorronde met een duidelijk verschil.
In de ‘voorronde der kampioenen’, die vijf clubs uit de kleinere landen de kans biedt om zich te plaatsen voor de Champions League zijn de verschillen tussen de verschillende clubs ook groot. APOEL Nicosia, met Joost Broerse, had geen problemen met Streymur, de kampioen van de Faröer-eilanden. Het werd 2-0 door goals van Mirosavljevic en Marcin Zewlakow. Vorig jaar haalde de kampioen van Cyprus, Anorthosis Famagusta, het hoofdtoernooi.
Partizan Belgrado had geen kind aan FC Rhyl, de kampioen van Wales. Het werd 4-0 voor de Serviërs, die bij rust al afstand hadden genomen met treffers van Krstajic, Cleverson en Diarra. Nenad Djordjevic maakte het feest na de pauze compleet met een vierde treffers.
BATE Borisov, de kwelgeest van Anderlecht van de vorige zomer, versloeg Makedonija Skopje met 2-0. Krivets en Skavysh zorgden voor de treffers. Van de grote namen presteerde Dynamo Zagreb het minst. De kampioen van Kroatië speelde 0-0 bij de Armeense kampioen Pjoenik Erevan. Ekranas en Baki, de kampioenen van Litouwen en Azerbeidzjan, speelden 2-2 tegen elkaar. Beide clubs scoorden in de blessuretijd een keer.
