Met het winnen van de wereldtitel heeft Barcelona zich ook gekroond tot de beste ploeg van het eerste decennium van de 21e eeuw. In een speciale ranglijst eindigt de Catalaanse trots boven AC Milan en Real Madrid.
De overwinning van Barcelona op Estudiantes in de strijd om de wereldtitel is niet alleen historisch omdat het de Catalanen de eerste mondiale onderscheiding opleverde, maar het kroonde de club ook tot de beste ploeg van dit decennium. Het extra puntje dat Barça verdiende is doorslaggevend in de ranglijst, die is samengesteld op basis van de resultaten vanaf 2000.
Bij alle overzichten van het afgelopen decennium hoort nu eenmaal ook een objectieve ranglijst, die als basis kan dienen voor menige voetbaldiscussie onder de kerstboom. Hoe wordt dit klassement samengesteld? De clubs verdienen punten op basis van de prestaties in het internationale voetbal. Uiteraard vallen de meeste punten te verdienen in de Champions League.
De prestaties in dat toernooi tellen tweemaal zo zwaar als in de UEFA Cup. De winnaar krijgt 10 punten, de verliezend finalist 6 punten, de halvefinalisten 4 punten, de kwartfinalisten 2 punten en de clubs, die tenminste de eerste ronde wisten te overleven, één punt. In de UEFA Cup krijgt de winnaar 5 punten, de verliezend finalist 3 punten, de halvefinalisten 2 punten en elke kwartfinalist één punt. Daarbij krijgen de winnaars van de wereldtitel en de Europese Supercup een extra bonuspunt.
Dit leidt uiteindelijk tot de volgende ranglijst:
1. Barcelona 40 punten, 2. AC Milan 39, 3. Real Madrid 37, 4. Manchester United en Liverpool 33, 6. Bayern 27, 7. Chelsea en Porto 25, 9. Valencia en Arsenal 23, 11. Inter 14, 12. Juventus 13, 13. Sevilla 12, 14. PSV 11, 15. Bayer Leverkusen en Lyon 10.(bron: Giorgio Press Ltd.)
Barcelona heeft in de afgelopen tien jaar in het internationale voetbal het best gepresteerd. De club won niet alleen vorige week voor het eerst de wereldtitel, maar legde ook beslag op de Europese Supercup en twee keer de Champions League. Dat is niet eens een ruime oogst, maar in de andere jaren bereikte de club ook drie keer de halve finale van de Champions League en een keer de kwartfinale. Daarbij plaatste de club zich ook een keer (in 2001) voor de halve finale van de UEFA Cup. Zodoende komt Barcelona aan het winnende puntentotaal.
Dat AC Milan en Real Madrid en geen enkele Engelse club op het podium terecht komen is misschien nog verbazingwekkender. Beide topclubs wonnen in ieder geval twee keer de Champions League en een wereldtitel. Hun prestaties waren blijkbaar toch iets meer constant dan die van de Engelse topclubs. Dat is verrassend, want menigeen zou spontaan denken dat juist de Engelse clubs het afgelopen decennium hebben gedomineerd, maar dat is dus niet zo.
In totaal komen op de ranglijst 84 verschillende clubs voor, die tenminste aan een van de criteria voldeden. PSV is dus de beste Nederlandse club op de ranglijst. Feyenoord staat op een gedeelde 24e plaats met zes punten, waarvan er vijf werden behaald met de eindzege in de UEFA Cup van 2002. AZ en Ajax staan op een gedeelde 37e plaats met elk drie punten.
Nederland eindigt op de landenranglijst op de zesde plaats. Dat totaalklassement ziet er als volgt uit: 1. Spanje 147, 2. Engeland 129, 3. Italië 84, 4. Duitsland 59, 5. Portugal 36, 6. Frankrijk 31, 7. Nederland 23, 8. Rusland 14, 9. Turkije 12. 10. Schotland 10. In totaal staan er twintig landen op deze lijst.
Opvallend, maar zeker ook imponerend, is de kracht van de Spaanse competitie in de breedte. Maar liefst 16 verschillende clubs uit de Primera Division pakten punten. Daarmee is het al onvoorstelbare record van Italië in de jaren negentig met 14 verschillende clubs overtroffen. Engeland doet het ook niet slecht met negen verschillende clubs, maar ook Duitsland en Frankrijk komen tot dit aantal al zijn de prestaties van die ploegen in absolute zin minder imponerend.
Het Spaanse clubvoetbal was objectief beschouwd het beste in Europa in het afgelopen decennium en dat dankt het dus niet alleen aan Barcelona, Real Madrid of Valencia, maar vooral ook aan clubs als Alaves, Celta Vigo, Rayo Vallecano, Malaga en Getafe die in Europa even mochten schitteren. Voor Engeland blijft het voorlopig vooral een kwestie van een paar clubs, die zeer goed zijn maar de competitie er in de breedte niet sterker op maken.
De grote verliezer van het decennium was de Serie A, die in de jaren negentig grossierde in titels (20 in totaal) en veertien verschillende clubs tenminste een kwartfinale in een van de drie toernooien wist af te vaardigen. In dit decennium werden maar vijf prijzen gewonnen. Alleen door Milan, dat niet voor niets op de tweede plaats is geëindigd.
Jurriaan van Wessem
