Het afgelopen weekend ontving Wesley Sneijder een rode prent, uitgereikt voor provocerend protesteren richting een arbiter die daar niet van gediend was en hem dus wegstuurde uit die o zo beladen Milanese voetbalderby.
Noem me een bemoeial, maar ik maak me erg veel zorgen om Wesley. Ofschoon ik die kleine schavuit nauwelijks ken zie ik dat het jong de verkeerde koers uitstippelt in zijn leven. Hulp, dat is wat Wesley nodig heeft. Voor het te laat is.
Vijf- en twintig jaar is Wesley nu. Met tot nu toe een leven om jaloers op te wezen. Zijn talent optimaal uitgebuit en nu al een Curriculum Vitae waarop werkgevers prijken als Ajax, Real Madrid en Internazionale. Wesley heeft zoals dat heet succes, daar zijn we het allen over eens. Iedereen die het daar oneens mee is raad ik eerst maar eens aan naar het eigen armzalige bestaan te kijken dat heel schril af steekt bij het jongensboek leventje van Wesley.
Maar wellicht gaat het Wesley allemaal te gemakkelijk af. Zijn eigen succes heeft hem verwend gemaakt. Door gebrek aan tegenslagen en een overschot aan verwennerij is Wesley er volgens mij geen beter mens op geworden. Een arrogante kleine patser met grootheidswaanzin, dat is hoe Wesley nu is. Of lijkt. Ik ken die gozer verder ook niet natuurlijk.
In ieder geval lukt het Wesley niet om gewoon te blijven. Zijn grote bek komt al lang niet meer voort uit een Calimero syndroom, want hoe je ook het went of keert: Wesley blijft een klein opdondertje. Wesley speelt zijn rol als arrogante, zelfverzekerde kwast die voor niemand bang is niet meer; hij is het geworden. Elk spoortje nederigheid is verdwenen, Wesley vindt zichzelf boven alles en iedereen uitstijgen. Ofschoon hij fysiek niet veel langer is dan 1 meter 60 waant hij zich 2 meter.
Waar is het mis gegaan? Ik denk het te weten. Twee mensen in zijn leven hebben een verdomd slechte invloed op hem. Mens nummer een die Wesley geen goed doet heet José Mourinho. Een mafketel eerste klas natuurlijk. Mourinho doet zich voor als een voetbalgoeroe, maar is een bedrieger van het zuiverste soort. Als Mourinho geen voetbaltrainer geworden was zou hij over de rug van ernstig zieke mensen zich voor doen als alternatief genezer en veel geld verdienen met het kweken van op niks gebaseerde hoop bij arme zielen wiens toekomst zo uitzichtloos is dat de gevreesde, doch aanstaande dood in feite hun verlossing is geworden.
Mourinho heeft Wesley ingepakt door hem simpelweg te zeggen wat hij het liefste wil horen: Wesley, jij bent de grootste spelverder op aarde van dit moment. Mourinho is een gladde player die strooit met ongemeende en vlijende complimenten om mooie wijven mee te scoren. Mourinho is een verwerpelijke kerel.
Probleem nummer twee heet Yolanthe, dat wijf met een achternaam dat ik het tikken niet eens waard acht. Yolanthe is een meelijwekkend mokkel. Als kind kreeg ze te weinig aandacht en zie wat deze traumatische periode met haar gedaan heeft: ze is een hoer van de media geworden. Wesley, wordt wakker! Vraag haar niet ten huwelijk, nee, smijt haar hardhandig uit je leven. Ze is een mooie vrouw, maar zonder ziel. Mooie vrouwen zonder ziel vallen niet voor kleine jongens zoals jij.
De feeks valt louter op je bekendheid. Op termijn zal ze je weer verlaten uit het verlangen naar een nieuwe mediahype met zichzelf als stinkend middelpunt en daarbij zal zij toch ook wel eens de behoefte voelen om zich te laten liefkozen door een kerel met een beetje looks: iemand met een beter gelaat dan boerenpummel Jan Smit en meer lengte dan onderdeur Wesley.
Ik ben zo bang. Zoals het leven van Wesley zich nu ontwikkelt kan het niet anders dan dat het jongensboek in tranen eindigt. Ik voorspel geen happy end, maar een voetballoopbaan waarin de tweede helft niet in de schaduw kan staan van de eerste. Ik voorzie voor Wesley een enorme dip als Yolanthe hem verlaat. Zijn geloof in de liefde verdwijnt en met veel drank achter de kiezen probeert hij wanhopig een nieuw mooi mokkel te versieren, maar hij is voorgoed verpest en gedoemd tot een ongelukkig bestaan in kwellende eenzaamheid.
Wat hem kan redden? Ik denk een zware blessure. Geen WK. Geen WK voor Yolanthe ook. Haar gedroomde zelfbeeld als geile spelersvrouw met een grote zonnebril op de tribune vindt geen doorgang. Ze verlaat Wesley omdat ze geen zin heeft een kerel te steunen die ver weg van de glitter en glamour, ergens in een niemendalletje in Amerika (waar zelfs de rioolratten met hun camera’s niet komen) ijverig werkt aan zijn rentree, in de totale anonimiteit. Alleen met zichzelf, tijd om zijn zonden te overdenken.
Tegenslag: dat is wat Wesley nodig heeft om zichzelf te bevrijden uit de leugen die zijn leven helaas geworden is.
Remco Kock