In het seizoen dat het Engelse clubvoetbal volgens veel kenners de macht zou grijpen in de Champions League, krijgt Europa een Duits-Italiaanse finale. Bayern – Inter is natuurlijk op papier een prachtaffiche.
De twee clubs wonnen samen vier wereldtitels, zes Europa Cups, een Europa Cup voor bekerwinnaars en vier UEFA Cups. Daarbij verloren ze samen ook nog vijf EC-finales. We hebben het hier dus zeker over de adel van het Europese clubvoetbal.
Deze eindstrijd is zeker een onverwachte uitkomst van een seizoen, dat voor beide clubs als een test begon. Inter moest het dit jaar maar eens waarmaken en werd aanvankelijk helemaal niet op hetzelfde niveau ingeschat als clubs als Chelsea (aan wie deze editie eigenlijk was toevertrouwd) en Barcelona. Maar Inter groeide knap in het toernooi en heeft in ieder geval zijn tegenstanders weinig kans gegeven om toe te slaan. Vanaf de zege bij Dynamo Kiev zit de ploeg in een opwaartse lijn. Het is zeker een knappe prestatie voor Mourinho om zijn in het verleden vaak wankele ploeg zo’n dynamiek te geven.
Bayern heeft enkele gelukkige momenten gekend. Om te beginnen met het feit dat Bordeaux de sportieve plicht nakwam tegen Juventus. Clubs als Manchester United, Chelsea, Arsenal en AC Milan zouden dat nu nooit doen en hebben op dit gebied een speciale reputatie (dat vaak door partijdige media wordt weggemoffeld). Het evidente tweede voordeel voor Bayern kwam van de arbitrage, want een glaszuiver buitenspeldoelpunt loodste de ploeg van Van Gaal langs Fiorentina. Een paar vaten bier richting Bordeaux en Florence sturen, is wel het minste dat ze in München kunnen doen.
Maar natuurlijk heeft Bayern wel zijn verdiensten. Het profiteerde twee keer optimaal van de falende coaching van Sir Alex Ferguson en boog telkens een kansloze positie om in een voordelige. Daarbij imponeerde de ploeg in Turijn, toen het met het mes op de keel met 4-1 won van Juventus. En in de halve finale werd de ploeg die Liverpool en Real opzij had gezet (Lyon) eenvoudig afgevoerd.
Het wordt in Bernabeu vooral een weerzien van Van Gaal met Mourinho en voor de Nederlandse media ook het duel van Sneijder en Robben. De twee spelers werden voor topbedragen door Real ingekocht, maar toen de Spaanse club doorkreeg dat er niet voldoende shirtjes van die twee werden verkocht werden ze via dumpprijzen aangeboden. Van Gaal durfde het niet aan om ze allebei te kopen in ruil voor Ribery (het zou de deal van het jaar zijn geweest) uit vrees voor kritiek op een Nederlandse kolonie in München. Daarom hapte Mourinho toe. Beide spelers zijn nu hard op weg om de MVP van dit CL-seizoen te worden. Robben staat op punten voor en lijkt Messi zelfs te kunnen onttronen in de strijd om de Gouden Bal.
De finale wordt vooral ook een boeiend duel tussen twee ploegen, die tot nu toe op alle fronten strijden maar ook nog alles kunnen mislopen. Het zijn objectief beschouwd de beste twee ploegen van dit seizoen, de schoonheid van Barcelona ten spijt. Inter versloeg Barça overigens met de eigen middelen. Het gaat in sport om het succes. De ploeg van Mourinho troefde de Catalanen knap af, zoals Estudiantes dat bijna eerder in dit seizoen was gelukt in de WK-finale. Het wordt lastig ontwaken voor Barcelona, want de beker met de grote oren zal weer verhuizen.
Bayern is historisch gezien favoriet, maar Inter lijkt psychologisch de beste papieren te hebben. Na Chelsea en Barcelona heeft de ploeg van Mourinho bergen verzet. Na een halve finale in Nou Camp een finale in Bernabeu, het komt de Italianen bekend voor. Mourinho als de nieuwe Enzo Bearzot en Van Gaal als de nieuwe Jupp Derwall. Komt dat zien, komt dat zien.
Jurriaan van Wessem