De provincie Gelderland blijft verantwoordelijk voor de schade die ze eredivisieclub Vitesse en de financiers van de Arnhemse eredivisieclub in het verleden heeft toegebracht.De Hoge Raad heeft een uitspraak van het hof in Arnhem uit 2008 bevestigd.
Vitesse en de vermogende club Vrienden van Vitesse moeten een afzonderlijke procedure opstarten om de precieze omvang van de schade te laten vaststellen. Ze eisen miljoenen.
De Vrienden van Vitesse redden in 2001 de Arnhemse eredivisieclub met een miljoenenbijdrage, nadat een gedeputeerde van Gelderland had toegezegd dat de huur van het Gelredome destijds met 6 miljoen gulden zou worden verlaagd als ze zouden bijspringen.
De private investeerders namen aan de hand van die toezegging aanzienlijke financiële verplichtingen voor hun rekening, maar de verlaging van de stadionhuur bleef uit wegens gebrek aan draagvlak bij Provinciale Staten.
In 2006 wees de rechtbank in Arnhem een vordering van de club en investeerders af, maar in hoger beroep concludeerde het hof in Arnhem dat Gelderland verantwoordelijk moest worden gehouden voor de door de club en haar financiers geleden schade. De provincie stapte naar de Hoge Raad, maar die heeft het cassatieberoep verworpen.