Sevilla heeft de eerste wedstrijd om de Spaanse Supercup met 3-1 gewonnen. De Spaanse bekerwinnaar speelde een sterke tweede helft, nadat het in de eerste helft weinig in te brengen tegen de kampioen die acht basisspelers moest missen.
Pep Guardiola had de zeven wereldkampioenen buiten de ploeg gelaten en gunde ook Lionel Messi rust. Zodoende was Ibrahimovic de belangrijkste speler bij Barcelona. De Zweed ging in deze ploeg met veel jeugdspelers voorop in de strijd en zorgde in de twintigste minuut voor een voorsprong. Hij schoot een slimme voorzet van Maxwell in het doel. Sevilla, met Luis Fabiano gewoon in de ploeg ondanks een mogelijke transfer naar Marseille, leek weinig in te brengen, maar kwam na rust sterk terug.
De Italiaan Cigarini viel sterk in en zorgde voor meer druk van de thuisploeg. In de 62e minuut was het raak toen Luis Fabiano een voorzet van de aankoop. Messi was inmiddels al in de ploeg gekomen voor Ibrahimovic, maar hij kon het tij niet keren. Hij kreeg wel een goede kans, maar die werd door Palop onderschept. Na de gelijkmaker maakten Kanouté en Negredo hun opwachting bij de thuisploeg. Op aangeven van Negredo zette Kanouté Sevilla in de 74e minuut op voorsprong. Tien minuten later scoorde de spits uit Mali nog een keer met een kopbal op aangeven van de Argentijn Perotti, die een sterke wedstrijd speelde. In de slotfase werd een doelpunt van Messi vanwege buitenspel afgekeurd en redde doelman Palop knap op een schot van zijn oude ploegmaat Keita. Met 3-1 heeft Sevilla een stevige marge opgebouwd. De Andalusische ploeg schakelde in januari Barcelona al uit in de Copa del Rey.