Volgens José Mourinho strijden dit seizoen zeven clubs om de eindzege in de Champions League. ‘Het wordt een open toernooi, maar verrassingen zijn vrijwel uitgesloten. Het draait om die zeven clubs,’ aldus de coach, die Inter aan de titel hielp.
Voor alle duidelijkheid zijn deze zeven: Inter, Barcelona, Manchester United, Real Madrid, AC Milan, Bayern en Chelsea. Op de laatstgenoemde club na hebben ze allemaal in deze eeuw al de Champions League gewonnen. Het is een bekend verhaal dat de rijke clubs in dit toernooi alleen maar rijker zijn geworden, maar het is nu ook duidelijk dat de kansen voor een outsider om te winnen steeds kleiner worden. Een finale als in 2004 tussen Porto – Monaco lijkt nu echt uitgesloten.
Dit is het uitgangspunt bij de start van een nieuwe editie van de Champions League. Zolang Manchester United, zonder serieuze uitleg en een kritische benadering van de media die de uitzendrechten hebben, ongezien tien miljoen euro extra in het handje krijgt op basis van een corruptgevoelige marketpoolpremie, hoeven we ons wat dit betreft geen enkele illusie maken.
De wetenschap dat de finale in Londen zal zijn en dat Chelsea vorig jaar weer in een stijgende lijn is gekomen, maakt van de blauwe formatie van Ancelotti meteen de meest serieuze favoriet voor de eindzege. Het is zelfs een beetje nu of nooit voor de club, die zeven jaar geleden door Roman Abramovitsj werd overgenomen met het doel om deze trofee te winnen. Bepalende spelers als Terry, Lampard en Drogba dreigen binnenkort door de houdbaarheidsdatum heen te gaan. Drie seizoenen geleden was Chelsea een trap verwijderd van de hoofdprijs. Daarna werd de ploeg telkens uitgeschakeld door de latere winnaar, terwijl het zich mocht beklagen over de arbitrage.
Het moet dus nu gebeuren voor Chelsea. Nog geen club uit Londen heeft ooit de echte Europa Cup gewonnen. Het wordt dus tijd, maar de metropool is in deze editie wel vertegenwoordigd door drie clubs (een evenaring van het record van Athene, inclusief de havenstad Piraeus). De ambities van de andere zes bovengenoemde clubs zijn ook groot.
Barcelona wil heel graag in dit toernooi nog een keer het superieure talent van zijn spelers demonstreren. Inter wil met Rafa Benitez aantonen dat het succes van afgelopen seizoen niet eenmalig was. Real Madrid heeft Mourinho aangetrokken om eindelijk de Tiende Europa Cup te winnen, maar moet in ieder geval weer eens een plaats bij de laatste acht afdwingen. Manchester United wil het werk dit jaar afmaken, dat onderbroken werd door een domme blessure voor Rooney. AC Milan wil net als in 2003 en 2007 verrassend uit de hoek komen in een post-WK-jaar en heeft met Zlatan en Robinho in ieder geval meer kwaliteit dan vorig jaar. Bayern voelt zich aan zijn stand verplicht om dit jaar voor alle prijzen te gaan na het afgelopen jaar, met of zonder een fitte Robben.
Deze uitgesproken ambities maken de tweede helft van dit toernooi, de KO-fase, nu al interessant om naar uit te kijken. Tot die tijd wordt het toch een beetje behelpen met wedstrijden waarvan de uitslag van tevoren al een beetje vaststaat.
Volgens de theorie van Mourinho doen 25 clubs eigenlijk voor spek en bonen mee, al is de financiële compensatie enorm. De Nederlandse clubs hebben leuke groepen getrokken, maar het zou niet erg realistisch zijn om ervan uit te gaan dat beide clubs in dit toernooi verder komen. En hetzelfde geldt ook een beetje voor Auxerre, Hapoel Tel Aviv, Bursaspor, FC Kopenhagen, Basel, Cluj, Zilina en Partizan Belgrado.
Komt de nieuwe opzet van de voorronde het hoofdtoernooi (met meer landskampioenen) ten goede. Dat is de grote vraag, die ook sponsoren zich stellen. UEFA-voorzitter Michel Platini heeft de Champions League weliswaar een stuk ‘democratischer’ gemaakt, maar hij moet nu wel uitkijken dat het grote geld zich niet tegen hem keert. De wedstrijden in de groepsfase van de Europa League lijken zelfs een stuk aantrekkelijker. Voor de echte liefhebbers van het topcircus begint de Champions League pas in februari.
Jurriaan van Wessem