Barcelona heeft zich snel hersteld van de nederlaag tegen Hercules. De regerend wereldkampioen won het eerste duel in de Champions League met 5-1 van Panathinaikos. De Grieken namen nog wel de leiding, maar Barça was daarna niet te houden.
Het publiek kreeg weer waar voor zijn geld, want Messi, Xavi, Iniesta en Villa etaleerden weer hun uitzonderlijke klasse. Het eerste doelpunt van de wedstrijd had een hoog Barça gehalte, maar was Grieks of eigenlijk Frans. Djibril Cissé zette met een knap hakje op een uittrap van doelman Tzorvas Puyol op het verkeerde been, waardoor Govou alleen voor doelman Valdes kwam en scoorde. Dat gebeurde in de 21e minuut en even dreigde een spook boven Nou Camp te cirkelen. Maar dat werd binnen rwee minuten verjaagd door een gelijkmaker van Messi op een meesterlijke pass van Xavi. Tien minuten zorgde David Villa al voor de voorsprong na een knappe aanval over Xavi en Dani Alves. Messi trof kort daarna zelf de lat, maar was toch succesvol toen hij op slag van rust een prachtige combinatie over Xavi en Pedro wist af te ronden.
Na rust was er van een echte wedstrijd geen sprake meer. Messi miste zelfs een strafschop. De Argentijn maakte alles goed door nog twee treffers voor te bereiden. De eerste was een intikkertje voor Pedro en de tweede een knappe kopbal van Dani Alves. Met 5-1 heeft Barça zijn kandidatuur gesteld om voor de derde keer in zes seizoenen de hoofdprijs te winnen.
In dezelfde groep boekte FC Kopenhagen een mooie overwinning op de Russische kampioen Rubin Kazan. Beide clubs waren zeker aan elkaar gewaagd en daarom dreigde het duel op een 0-0 uit te draaien. Vier minuten voor het einde grepen de Denen de volle winst dankzij een kopbal van N’Doye op een vrije trap van Vingaard.
