Ajax heeft de uitwedstrijd bij Auxerre met 2-1 verloren. Daarmee lijkt de kans om na vijf jaar te overwinteren in de Champions League verkeken. De Amsterdammers speelden weer een zielloze wedstrijd en verloor terecht van een geïnspireerd Auxerre.
Ajax begon zwak aan de wedstrijd en stond binnen tien minuten op achterstand tegen Auxerre, dat de wedstrijd aanpakte op de manier zoals Ajax dat een paar decennia geleden deed. Het doelpunt kwam op naam van de jongeling Sammaritano, die de geschorste Oliech verving. Ajax speelde met een te defensief ingesteld middenveld, waardoor de spitsen Suarez en El-Hamdaoui onzichtbaar bleven. Auxerre was heer en meester met aanvoerder Pedretti in de hoofdrol.
Na de pauze durfde Ajax meer initiatief te nemen, met Siem de Jong voor Enoh in de ploeg. Ajax kreeg een veldoverwicht en leek na een kwartier rijp om toe te slaan. Suarez kopte de bal tegen de lat en schoot niet veel later met een knappe actie net naast. Ook De Zeeuw en El-Hamdaoui waren dicht bij een gelijkmaker en nadat de verdediger Grichting tot tweemaal aan toe een bal van de lijn opruimde, viel de goal toch. Uit een hoekschop kopte Alderweireld de bal in het Franse doel.
Auxerre leek geslagen maar pakte de draad knap op met twee wisselspelers Langil en Chafni. De laatste lokte een vrije trap uit en nam die zeer snel. Langil kon vrijkomen voor Stekelenburg omdat de buitenspelval voor Van der Wiel niet op tijd dichtklapte. Een minuut daarvoor redde de oranje doelman nog bij een identieke situatie, maar dit keer was hij kansloos. Auxerre hield de voorsprong daarna knap vast. Al kopte Chafni in de blessuretijd bijna in eigen doel.
Ajax heeft de nederlaag over zichzelf afgeroepen. De vierde tegen deze provincieclub van de Bourgogne in acht duels was vooral pijnlijk omdat Auxerre zijn sterkste aanvallers niet kon inzetten vanavond. Toch blijft er hoop op een vervolg in dit toernooi maar dan moet er worden gestunt tegen Real en/of Milan en dat lijkt voor de ploeg van Jol een te lastige opdracht.