Ajax heeft de KNVB Beker gewonnen op de 40e verjaardag van de eerste Europese victorie voor het Nederlandse voetbal. De Amsterdammers hadden geen kind aan Feyenoord en wonnen met 4-1, zodat de beker met de totaalcijfers 6-1 kon worden opgehaald.
De ploeg van Martin Jol had de finale eigenlijk al snel beslist. Nadat voor eigen publiek de stand binnen zeven minuten op 2-0 was gezet en daarna keurig de spanning voor de return werd bewaard, maakte Ajax het karwei in De Kuip snel af. Luis Suarez zorgde in de vierde minuut voor de snelle beslissing, nadat Landzaat de bal knullig verspeelde aan Anita. Daarmee werd Feyenoord verplicht om vier goals te scoren.
Dat was voor de ploeg van Been, die eerder PSV, AZ en FC Twente (de laatste drie kampioenen van Nederland) had uitgeschakeld, eigenlijk een kansloze missie. Feyenoord werd een gelijkmaker onthouden door de afscheid nemende Luinge, toen El Ahmadi wist te scoren maar ten onrechte voor buitenspel werd afgevlagd. Ajax maakte daarna de wedstrijd af met twee treffers van Siem de Jong, die met vier goals de held van deze dubbele finale werd. Tussendoor scoorde Tomasson nog wel tegen, maar uiteindelijk zorgde Suarez voor het laatste doelpunt in deze finale.
Ajax houdt dus in ieder geval een hoofdprijs over aan dit seizoen. De KNVB Beker is de voor de hoofdstedelingen sinds 2004 hoogst haalbare prijs en zal nog wel voor enige vreugde zorgen. In de vorige eeuw gingen de fans van de club nooit de straat op voor deze prijs, maar misschien zijn de normen tegenwoordig aangepast bij het legioen en wordt het 18e bekersucces toch op ‘provinciaalse’ wijze gevierd.