Vanavond gaat het nieuwe toernooi van de UEFA van start. Het Europese topvoetbal is in deze nazomer al teruggebracht tot tachtig clubs, waarvan er 48 aan de Europa League deelnemen. De tweede garnituur beschikt over een aardig deelnemersveld.
Met clubs als Sjakhtar Donetsk, Werder Bremen, HSV, Valencia, Villarreal, AS Roma, Lazio, Celtic en natuurlijk ook Ajax en PSV beschikt de Europa League over clubs die in deze eeuw ook al ver kwamen in de Champions League. Het toernooi heeft dus veel te bieden, maar de grote vraag is wel of al die clubs ook hun best gaan doen in dit toernooi.
Is het voor het niet veel belangrijker om volgend jaar weer wel mee te doen aan de veel lucratievere Champions League? Voor PSV is het verschil evident, na twaalf jaar in de Champions League. De club uit Eindhoven ontvangt bij de eindafrekening straks zeker twintig miljoen euro minder. Dan maakt het niet uit of er een ronde langer wordt gespeeld, want in het voorjaar zal de coach tijdens de kampioensrace een bewuste keuze moeten maken want het drukke programma na de winter van de Europa League wordt voor elke club een hindernis.
Vanavond zullen veel clubs uit de toplanden met hun reserves in actie komen. Dat is natuurlijk hun eigen keuze maar voor de neutrale toeschouwer is het zeker niet leuk. Ook de uitzendtijden zijn verbazingwekkend. In Oost-Europa eindigen sommige duels zelfs na middernacht. Dat is dan een nadeel van het strakke keurslijf waarin het toernooi is gedaan door de UEFA en de commercie. Erg veel geld levert een toernooizege echter niet op, maar wel prestige. En dat laatste zou eigenlijk voldoende moeten zijn om de clubs te motiveren. De supporters reizen die clubs namelijk rustig na om er in een ver oord achter te komen dat de sterspeler zijn thuis gebleven. De Europa League heeft dus nog veel te bewijzen, voordat het grote publiek er echt in gaat geloven.
Jurriaan van Wessem
