Net als een jaar geleden heeft Engeland drie ploegen in de halve finale van de Champions League. Nog opmerkelijker is dat het dezelfde drie ploegen zijn. Barcelona vervult nu de rol van AC Milan om een Engels succes tegen te houden.
Het Engelse supertrio Manchester United-Chelsea-Liverpool heeft in ieder geval voor een vrij uniek feit gezorgd door voor het tweede achtereenvolgende jaar de halve finale te halen. In 2000 en 2001 presteerde een ander trio dit ook al (Real-Valencia-Bayern), maar dit succes behoort geheel toe aan een land. Het wordt dringen aan de top.
Chelsea gaat voor de vierde keer in vijf seizoenen proberen om de finale te halen en voor de derde keer is Liverpool de tegenstander. Het wordt zo langzamerhand een klassieker in het Europese voetbal. Tot nu toe trok Liverpool aan het langste eind, maar die ploeg speelde dan ook altijd de tweede wedstrijd thuis.
Dat is nu omgekeerd. In 2005 besliste Luis Garcia met een onwerkelijk doelpunt (de bal was nooit over de achterlijn) dit duel en vorig jaar redde Liverpool het met strafschoppen. Dirk Kuyt was toen de held met de beslissende trap. Beide clubs troffen elkaar nu al zes keer in drie vorige seizoenen en waren toen goed voor slechts drie goals. Een Italiaans moyenne, maar in werkelijkheid dus Engels. Wordt het nu anders? Terwijl Liverpool twee zwaargewichten (Inter en Arsenal) aftroefde dankzij een opmerkelijk lage adem (en een niet ongunstige arbitrage), is Chelsea naar de halve finale geslopen door zonder echt indruk te maken Olympiakos en Fenerbahçe te verslaan.
De ploeg van Avram Grant heeft nog niet diep hoeven te gaan in Europa (alleen de uitwedstrijd tegen Valencia was echt lastig), maar is nog altijd in de strijd om twee fronten. Natuurlijk wil Roman Abramovitsj zijn eerste lustrum als eigenaar vieren met een finale in Moskou. Het worden dus pikante duels.
Op papier is Barcelona – Manchester United een kraker. Vreemd genoeg hebben Rijkaard en Ferguson ondanks hun enorme staat van dienst elkaar nooit getroffen op hun wegen. Sir Alex kent Barcelona wel, vooral aan Nou Camp bewaart hij goede herinneringen vanwege de finale tegen Bayern in 1999. In dat mooie seizoen speelden United en Barça twee keer 3-3 tegen elkaar. In 1991 won United de Europa Cup voor bekerwinnaars van de Catalanen in Rotterdam (2-1) en in 1994 speelden ze weer tegen elkaar in groepsfase (2-2 op Old Trafford, 4-0 in Nou Camp). Barcelona is de enige rivaal van de Engelsen en moet dus eerst maar de regerend kampioen van dat land uitschakelen, zoals Milan vorig jaar deed. Barcelona overtuigt de echte liefhebbers niet, maar toch is de ploeg van Rijkaard de enige die alle knock-outduels wist te winnen (tegen Celtic en Schalke).
De uitschakeling door Liverpool van een jaar geleden betekende het onverwachte einde aan een langer geachte heerschappij, maar nu krijgt Barça een herkansing die de spelers zeker zal motiveren om alles te geven. Toch is United nu wel de favoriet, vooral dankzij de sterspelers Cristiano Ronaldo en Rooney. Het vreemde aan dit United is dat het niet schittert, zoals bij vlagen Liverpool, maar heel economisch op het doel afgaat met eigenlijk zeer afwachtend voetbal en speculerend op een flitsende counter van de twee sterren.
De hand van assistent Queiroz was tegen Lyon en Roma duidelijk zichtbaar, maar wordt door weinigen opgemerkt. Het wordt tijd voor Ferguson, die bij vijftien pogingen maar een keer (en zelfs zeer gelukkig) de hoofdprijs won, dat hij de rijkste club van de wereld aan een nieuwe internationale triomf helpt.
De afwezigheid van de Italianen in de halve finale is volledig de verdienste van de Engelse clubs. Het Italiaanse supertrio werd gedemonteerd door de Engelse clubs en in zes knock-outduels wisten ze niet eens te scoren en dus te winnen. Dat was een jaar geleden nog wel anders, ook al verloor Roma met 7-1 op Old Trafford. De echt grote afwezige in de halve finale is weer Arsenal. Die ploeg speelt wellicht het mooiste voetbal van Europa (maar dat is wel een subjectief gegeven), maar faalt telkens op het beslissende moment. Het is spijtig dat de Gunners zich slachtoffer voelen van arbitrale misvattingen.
Bobo’s noemen dit de invloed van de voetbalgoden, maar de arbiter de kans geven om een bepaalde scène opnieuw op een beeldscherm te bekijken zou in de toekomst meer bevredigend zijn. Want ook dan blijven er zeker twijfelgevallen, maar dan hoeft de scheids geen haastige beslissingen te nemen.
Jurriaan van Wessem