Het Argentijnse clubvoetbal is op sterven na dood. Alle clubs hebben een schuldenlast die niet meer eenvoudig kan worden weggewerkt en hebben eigenlijk staatssteun nodig. De clubs bevinden zich in een vicieuze cirkel.
‘Laten we het voetbal redden,’ is de naam van een actiegroep die zelfs de aandacht heeft gevraagd van president Kirchner. In de politiek gaan stemmen op om de nationale competitie dan maar te nationaliseren waardoor het voetbal uit de greep van enkele tv-tycoons kan blijven. De bedragen waarover het gaat zijn schrikbarend laag vergeleken met de transfers op de Europese markt.
De gezamelijke schuld van de twintig clubs uit de topklasse bedraagt iets meer dan 100 miljoen euro. Maar in een land als Argentinië zijn geen kredieten voor handen om een gat van vijf miljoen op te vangen. River Plate verkocht onlangs het talent Falcao aan Porto en ontving zelf slechts 50 % van de transfersom van vier miljoen euro, omdat de andere helft meteen aan schuldeisers moest worden afgestaan.
Hoe moeilijk de situatie van de clubs is blijkt uit het gegeven dat ze in de afgelopen drie jaar noodgedwongen voor 400 miljoen euro aan spelers hebben verkocht zonder onder de schulden uit te komen. Het talent stroomt letterlijk het land uit.
